Zelfs als het college al iets zou vinden van het kraakspreekuur in Den Haag, dan nog is het geen activiteit waar het stadsbestuur tegenop zou kunnen treden. Sinds op 1 oktober 2010 de Wet kraken en leegstand in werking is getreden, 'is de aanpak van kraken strafrechtelijk van aard geworden. Het Openbaar Ministerie is de centrale partij om te bepalen of er sprake is van kraken en of hiertegen strafrechtelijk zal worden opgetreden, zowel wat de ontruiming als de vervolging betreft. Het is dan ook niet aan het college om hier uitspraken over te doen', zo laat het college raadslid Dubbelaar deze weten. Het lid van de fractie van Hart voor Den Haag/Groep de Mos had vragen gesteld over het kraakspreekuur, of het college er weet van had ('ja, een particulier initiatief') en wat het ervan vindt. 

Anders ligt het wel bij de bestrijding van leegstand, dat is wel een bestuursrechtelijke aangelegenheid zo laat het college weten. Den Haag heeft echter in tegenstelling tot andere gemeenten geen Leegstandsverordening opgesteld. De gemeente heeft ervoor gekozen om onder meer door overleg met pandeigenaren (grootschalige) leegstand te voorkomen.

Uiteindelijk is ook een zogenoemde civielrechtelijke ontruiming door de eigenaar van een gekraakt pand mogelijk. In een kortgedingprocedure worden de belangen van de eigenaar om over zijn eigendom te beschikken (en om zijn eigendom terug te krijgen) en de belangen van de krakers om in het pand te kunnen blijven, tegen elkaar afgewogen, zo laat het college Dubbelaar weren. "Daarbij zal de eigenaar voor het aanhangig maken van een kortgedingprocedure wel moeten aantonen dat hij een spoedeisend belang heeft bij de ontruiming. "